Inhoudsopgave
- De vos in Nederland: leefgebied
- Verblijfplaats: waar verblijven vossen?
- Voortplanting: wanneer krijgen vossen welpjes?
- Het dieet van een vos: wat eten vossen?
- De rol van de vos in de natuur: hoe helpen vossen bij het in balans houden van populaties?
- Hoe bescherm je je kippen tegen vossen?
- Geluiden, geurmarkeringen en lichaamstaal: hoe communiceren vossen?
- Stadsbewoners: hoe vossen zich aanpassen aan het leven in steden
- 4 tips om vossen te spotten met je wildcamera
De vos in Nederland: leefgebied
De vos is een hondachtige die van nature voorkomt in Europa, Azië, Noord-Afrika, Noord-Amerika en Australië. Een volwassen vos is ongeveer 105 cm lang (inclusief de 40 cm lange staart) en weegt zo’n 6 kilo. Oorspronkelijk kwam de vos voornamelijk voor in de oostelijke delen van Nederland. Sinds de jaren ’70 heeft hij zich echter verspreid over het hele land, met uitzondering van de Waddeneilanden. Deze uitbreiding is mede te danken aan veranderingen in het landschap, zoals de aanleg van nieuwe bossen en de verlaging van waterstanden, waardoor extra leefgebieden ontstonden.
Vossen zijn voornamelijk in de schemering en nacht actief. Hun territoriumgrootte varieert afhankelijk van het voedselaanbod; bij overvloedig voedsel is het territorium kleiner dan bij schaarste. Dit betekent dat in gebieden waar veel te eten is (bijvoorbeeld waar veel knaagdieren of konijnen voorkomen), vossen minder grote afstanden afleggen.
Verblijfplaats: waar verblijven vossen?
Vossen leven in familiegroepen bij elkaar. Ze graven ondergrondse holen (ook wel burchten genoemd) die uit één of meerdere kamers en gangen bestaan. Vaak nemen ze bestaande holtes over van dassen of andere dieren en breiden deze uit. Holen worden meestal op rustige, beschutte locaties gegraven, bijvoorbeeld in dichte bosjes, taluds of onder boomwortels. Een vossenhol heeft meestal meerdere ingangen, zodat de dieren bij gevaar makkelijk kunnen vluchten.
Binnen zo’n familiegroep is meestal één dominant paartje (rekel en moervos) dat zich voortplant. De andere vossen in de groep (vaak jongen van het vorige jaar) helpen soms mee met het opvoeden van de welpen of verdedigen het territorium. Overdag rusten vossen vaak in of nabij hun hol, vooral als ze jongen hebben. ’s Nachts gaan ze op pad om te jagen of voedsel te zoeken.
Dassenburchten worden soms ook door vossen gebruikt. Een dassenburcht heeft meestal meerdere ingangen, met storthopen zand naast de opening. In tegenstelling tot een dassenburcht heeft een vossenhol een kleinere, ovale ingang, waarbij het zand direct voor de opening ligt. In een dassenburcht vind je vaak nestmateriaal, meestal droog gras, terwijl vossen hun holen niet bekleden. Een vossenhol heeft doorgaans een kenmerkende zurige geur.

Voortplanting: wanneer krijgen vossen welpjes?
Vossen krijgen eenmaal per jaar jongen. De paartijd is tussen december tot februari. Tijdens de paartijd volgt de mannetje het vrouwtje overal om te voorkomen dat andere mannetjes met het vrouwtje paren. Tijdens de paring blijven het mannetje en het vrouwtje enige tijd aan elkaar vast zitten. Na een draagtijd van ongeveer 53 dagen worden eind maart of begin april 1 tot 14 jongen (gemiddeld 5) geboren in een hol onder boomwortels of in een rotsspleet. De jongen zijn eerst donkergrijsbruin en openen hun ogen na ongeveer twaalf dagen.
De eerste weken blijven de welpjes veilig in het hol en worden ze gezoogd door de moeder. De vader (rekel) en soms andere groepsleden brengen voedsel naar het hol om het gezin te voeden. Na ongeveer 4 weken komen de welpen voor het eerst buiten het hol, nieuwsgierig spelend en de omgeving verkennend. In de zomer leren ze jagen van hun ouders en tegen de herfst zijn de jonge vossen oud genoeg om op eigen benen te staan. Veel jonge vossen zwerven dan uit op zoek naar een eigen territorium.
Het dieet van een vos: wat eten vossen?
Als opportunistische omnivoren hebben vossen een gevarieerd dieet. Ze jagen op kleine zoogdieren zoals muizen, ratten en konijnen, maar eten ook vogels, eieren, reptielen en amfibieën. Insecten staan eveneens op het menu, net als vruchten, bessen en zelfs regenwormen. Vossen zijn erg vindingrijk als het op voedsel aankomt. In landbouwgebieden stelen ze weleens een kip of eten ze mee van kadavers en afval. In stedelijke omgevingen foerageren vossen geregeld op etensresten uit vuilnisbakken.
Dankzij dit gevarieerde dieet kunnen vossen zich goed aanpassen aan verschillende leefgebieden. Ze helpen ook bij het onder controle houden van populaties knaagdieren en andere kleine dieren. Een vos zal meestal de makkelijkste prooi kiezen die voorhanden is – hij verspilt niet onnodig energie. Deze opportunistische eetgewoonten verklaren waarom vossen zowel op het platteland als in de stad kunnen overleven.
De rol van de vos in de natuur: hoe helpen vossen bij het in balans houden van populaties?
Vossen spelen een cruciale rol in het ecosysteem als natuurlijke predatoren. Als roofdieren aan de top van de voedselketen (naast bijvoorbeeld roofvogels) helpen ze om de populaties van prooidieren, zoals knaagdieren en konijnen, in balans te houden. Door te jagen op zwakke, zieke of overtollige dieren, voorkomen ze dat die populaties explodeen en schade aanrichten aan het landschap of gewassen. In dat opzicht functioneren vossen als een natuurlijk vorm van ongediertebestrijding.
Daarnaast hebben vossen indirect invloed op de biodiversiteit. Wanneer het aantal knaagdieren op peil wordt gehouden, hebben planten bijvoorbeeld minder te lijden onder vraatschade, wat weer positief is voor insecten en andere diersoorten. Uiteraard maken vossen zelf ook deel uit van de voedselketen; jonge of onoplettende vossen kunnen ten prooi vallen aan grotere roofdieren (in sommige landen aan wolven of lynxen) of aan de mens (verkeer, jacht). Over het algemeen geldt: een gezonde vossenpopulatie is een teken van een gevarieerd en gezond ecosysteem.
Hoe bescherm je je kippen tegen vossen?
Voor pluimveehouders en hobbyboeren kunnen vossen een bedreiging vormen voor kippen en ander gevogelte. Een vos is slim en geduldig en kan ’s nachts ongemerkt een kippenren binnendringen als deze niet goed beveiligd is. Om kippen te beschermen, is het belangrijk om stevige maatregelen te nemen:
- Degelijke omheining: Zorg voor een stevig nachthok en een afrastering zonder gaten of loszittende delen. Graaf eventueel gaas in in de grond rondom het hok, zodat vossen er niet onderdoor kunnen graven.
- Sluit ’s avonds af: Doe de kippen ’s avonds op tijd op stok en sluit het hok goed af met een degelijk slot.
- Licht- en geluidssensoren: Sommige mensen installeren lampen met bewegingssensoren of zelfs geluid (alarmen) om vossen af te schrikken wanneer ze naderen.
- Houd het erf opgeruimd: Laat geen voer of kadavers slingeren; dit trekt vossen aan.
Een aanvullende maatregel is het gebruik van technologie om vossen te detecteren. Zo kun je een wildcamera ophangen bij het hok om te monitoren welke dieren ’s nachts in de buurt komen. Met een wildcamera kom je erachter of en wanneer vossen op bezoek komen, zodat je gerichter maatregelen kunt nemen. Dit kan bijvoorbeeld uitwijzen op welke tijden je extra alert moet zijn of of er wellicht meerdere vossen actief zijn rondom je erf. Door je kippenhok goed te beveiligen en de activiteiten van vossen te volgen, verklein je de kans op een bezoek van meneer de Vos in je kippenren aanzienlijk.
Geluiden, geurmarkeringen en lichaamstaal: hoe communiceren vossen?
Vossen communiceren met geluiden, geurmarkeringen en lichaamstaal. Ze staan bekend om hun geluiden – een vos kan blaffen, gillen, huilen en janken. Uit onderzoek blijkt dat vossen in de winter, vooral tijdens het paarseizoen, twee opvallende geluiden maken: een korte, felle krijs om rivalen af te schrikken en een langere gil, die vooral vrouwtjes gebruiken om een partner aan te trekken.
Geur is een andere belangrijke communicatiemethode. Vossen hebben geurklieren (o.a. bij de staartbasis) en urineren op strategische plekken om hun territorium af te bakenen. Deze geurmarkeringen bevatten informatie voor soortgenoten, bijvoorbeeld over geslacht, voortplantingsbereidheid en territoriumgrenzen. Andere vossen ruiken deze markeringen en weten dan dat het gebied al “bezet” is, of juist dat een soortgenoot in de buurt is geweest.
Lichaamstaal tenslotte is subtieler, maar ook veelzeggend. Vossen gebruiken hun houding, staartpositie en gezichtsuitdrukking om stemmingen over te brengen. Een onderdanige vos houdt zich laag bij de grond met de oren plat, terwijl een dominante vos zich groter maakt en de staart hoog draagt. Bij spel vertonen jonge vossen sprongen en buigingen (vergelijkbaar met hoe honden spelen). Al deze vormen van communicatie zorgen ervoor dat vossen effectief kunnen samenwerken, conflicten vermijden of juist aangaan, en sociale banden onderhouden.
Stadsbewoners: hoe vossen zich aanpassen aan het leven in steden
In toenemende mate worden vossen gezien in stedelijke gebieden. Hun aanpassingsvermogen stelt hen in staat om te overleven in steden door gebruik te maken van beschikbare voedselbronnen, zoals afval en kleine dieren. Ze vinden schuilplaatsen in parken, tuinen en zelfs onder gebouwen. Deze urbanisatie van vossen toont hun flexibiliteit en vermogen om te gedijen in door mensen veranderde omgevingen.
4 tips om vossen te spotten met je wildcamera
Wil je zelf een vos vastleggen met een wildcamera? Hieronder geven we een paar handige tips om je kansen te vergroten:
1. Kies de juiste locatie
- Bospaden en wildwissels: Vossen volgen vaak vaste routes, zoals smalle paadjes in het bos of langs weilanden. Plaats je camera gericht op zo’n wildpad waar dieren regelmatig langskomen.
- Overgangen tussen landschap: Overgangen tussen bos en open terrein, of de randen van een bos bij weilanden en watertjes, zijn favoriete plekken voor vossen. Hier jagen ze graag, omdat hun prooidieren (zoals konijnen en muizen) zich vaak op de grens van beschutting en open veld bevinden.
- Voedselrijke gebieden: Locaties waar veel voedsel te vinden is, trekken vossen aan. Denk aan plekken met veel knaagdieren, weidevogels of locaties waar regelmatig afval ligt (hoewel je dat laatste liever wilt voorkomen in de natuur).
- Randen van velden: Vossen graven hun holen meestal op rustige, open plekjes in bossen of langs de rand van velden, vaak in de buurt van dicht struikgewas. Dergelijke overgangen kunnen goede plekken zijn om je camera te richten.
2. Positioneer je camera slim
- Op de juiste hoogte: Bevestig de wildcamera op ongeveer 30–50 cm boven de grond voor een goed perspectief op een langslopende vos. Te hoog kan ervoor zorgen dat de vos half uit beeld is; te laag vergroot de kans op beelden van alleen pootjes.
- Richting van het pad: Richt de camera schuin langs het vermoedelijke pad van de vos in plaats van recht van voren. Zo blijft de vos langer in beeld zodra de bewegingssensor afgaat, en vergroot je de kans op een duidelijke opname.
- Vermijd direct zonlicht: Probeer de camera niet pal op het oosten of westen te laten wijzen. Directe opkomende of ondergaande zon kan voor overbelichte beelden zorgen of de sensor onnodig activeren. Kies liever een noordelijke of zuidelijke gerichtheid voor consistentere belichting.
3. Kies de juiste instellingen
- Nachtmodus: Vossen zijn vooral ’s nachts en in de schemering actief, dus een camera met een goede infrarood-flitser/nachtzichtmodus is essentieel. Zorg dat de nachtmodus aanstaat en test bij schemer of de beelden duidelijk genoeg zijn.
- Snelle reactietijd: Stel de camera in op een korte reactietijd (trigger speed) en eventueel een burst-modus (meerdere foto’s per detectie). Zo voorkom je dat de vos alweer uit beeld is tegen de tijd dat de camera afgaat, en heb je meerdere foto’s achter elkaar voor een complete weergave van zijn beweging.
- Video-optie: Overweeg om naast foto’s ook video-opnames in te schakelen. Een korte video kan je meer inzicht geven in het gedrag van de vos dan een enkele foto. Veel wildcamera’s bieden de mogelijkheid om een clip van bijvoorbeeld 10 of 20 seconden op te nemen na detectie.
4. Wees geduldig en test je setup
- Proefopstelling: Test je opstelling eerst een paar dagen. Controleer regelmatig de beelden om te zien of de positie en hoek goed zijn, en of je niet te veel “loze” triggers krijgt (bijvoorbeeld door bewegende takken).
- Heb geduld: Laat de camera langere tijd op een plek staan waar sporen van vossen zijn gezien (zoals uitwerpselen of pootafdrukken). Soms duurt het even voordat een vos daadwerkelijk langs komt. Geduld wordt vaak beloond in wildcamera-observaties!
- Minimaliseer verstoring: Bezoek de locatie niet te vaak om je camera te controleren, zodat je je eigen geur en aanwezigheid minimaal houdt. Vossen hebben een scherp reukvermogen en merken veranderingen op; hoe minder je stoort, des te natuurlijker gedragen ze zich.
Met deze tips vergroot je de kans om een vos op je wildcamera vast te leggen. Veel succes met jouw observaties in de natuur!
Bekijk ons assortiment met de beste wildcamera’s op de markt of neem contact met ons op voor persoonlijk advies!